De cursus combineert theorie over elektrische en magnetische velden met de fysische werking van sensoren. Studenten leren elektrische en magnetische grootheden te berekenen, schakelingen te analyseren en het gedrag van signalen te begrijpen. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan meetnauwkeurigheid, analoog-digitaal conversie en het omgaan met ruis in meetsystemen.
- Basisprincipes van meten: nauwkeurigheid, precisie, lineariteit, ruis en conversie
- Elektrostatica en elektrische velden (wet van Coulomb, potentiaal, veldlijnen)
- Condensatoren en diëlektrica – opslag van elektrische energie en capacitieve sensoren
- Gelijkstroomschakelingen – wetten van Ohm en Kirchhoff, weerstanden en RC-ketens
- Magnetisme – kracht op ladingen, Biot-Savart, Ampère, Hall-effectsensoren
- Elektromagnetische inductie – wetten van Faraday en Lenz, transformatoren en LVDT-sensoren
- Thermo- en piëzo-elektrische effecten, toepassingen in temperatuurs- en druksensoren
- Maxwellvergelijkingen, elektromagnetische golven, Poyntingvector en lichtabsorptie (Lambert-Beer)